Het voelt bijzonder plezant wanneer ik door Toerisme Vlaanderen uitgenodigd word voor een blogtour langs de Belgische kust. Grappig te merken dat mijn ‘collega’s’ van Toegankelijk Vlaanderen naijverig naar mijn boekje kijken en ik juist hun producten en werkwijze als vast onderdeel van Toerisme Vlaanderen graag in Nederland zou zien.
Het plan
Het hele idee om mijn bus thuis te laten ontstaat wanneer ik romantische verhalen hoor over de, al meer dan honderddertig jaar bestaande, Kusttram. De rolstoeltoegankelijke Kusttram rijdt elke tien minuten tussen het noordelijke Knokke-Heist en het zuidelijke De Panne. Met achtenzestig haltes over een afstand van zeventig kilometer is er dus altijd wel eentje in de buurt. In mijn hoofd maak ik een plaatje van een ouderwetse tram, zo eentje uit het Openluchtmuseum. Stiekum zie ik ook vrouwen met mooie hoepeljurken en kanten parasols, kofferdragers en veel stoom voor me. Misschien komt het ook door de bestemming. Oostende, Stad aan Zee. Een badplaats die geschiedenis ademt. Flaneren over de kilometers lange boulevard en de koninklijke gaanderijen…
Mijn treinreis wordt geboekt bij NS-International en in overleg kiezen we drie hotels langs de kust. Twee nachten in Oostende, eentje in Middelkerke en als laatste een nacht in het meest zuidelijke De Panne. Ik zoek restaurants en leuke dingen om te doen. Ondanks de geweldige gids ‘De Vlaamse kust‘ toch nog een hele zoektocht want hoe weet je of iets naast dat het toegankelijk is, ook leuk is? Ik wil jullie natuurlijk wel de fijnste plekjes laten zien! Een goede hulp is ook de app OnWheels. Bij de voorbereidingen blijkt helaas dat van de achtenzestig tramhaltes, vijfentwintig haltes nog niet toegankelijk zijn. Helaas precies de haltes dichtbij onze hotels zijn niet toegankelijk (overzicht toegankelijke tramhaltes). Oke, beetje jammer maar iets verder rollen dan maar. Komt vast wel goed.
Ik kijk uit naar een nieuw avontuur. Ik vertrek op dinsdagochtend vroeg met de trein vanuit Utrecht en stap over in Rotterdam. Mijn zusje Femke stapt volgens plan in op station Dordrecht, vervolgens stappen we er weer uit in Antwerpen (mooi station!) en gaan direct weer de trein in met bestemming Oostende. In Nederland regel je in-en-uitstapassitentie* minimaal een uur voor vertrek. België rekent voor buitenlandse reizen met overstap achtenveertig uur! Ruim van te voren boeken dus. Ik regel ook direct de terugreis. Je hoeft overigens niet zelf met de Belgische spoorwegen te bellen, de NS regelt dat.
Oostende, hotel Bero
Eenmaal uit de internationale trein stap je vanaf het perron zo de boulevard van Oostende op. De meeuwen verwelkomen je. Geen frituur luchten hier. Dat realiseren we ons wanneer we bij een kraampje een bakje gefrituurd visassortiment bestellen en het al voorgefrituurde bakje vis uit de vitrine in de magnetron verdwijnt… huh, ja echt! De vismadam ruilt gelukkig zonder mokken ons bakje slappe hap om voor wat garnaaltjes met cocktailsaus. ‘Er mag niet gefrituurd worden op de boulevard dus moeten we het helaas zo doen, let op je bakje vis hoor, de meeuwen zijn brutaal’, vertelt zij ons. In tien minuutjes wandelen we naar hotel Bero. De kamer blijkt heerlijk ruim en goed toegankelijk, precies zoals beschreven in de super praktische gids ‘Toegankelijke vakantieverblijven in Vlaanderen en Brussel’ (pagina 33). Wij boekten kamer 204. Kijk het filmpje voor een duidelijk beeld. Het hotel heeft zeventig kamers en is behoorlijk standaard ingericht. Niet per se een Eelke droomt stek dus, maar langs de Vlaamse kust blijkt dat gewoon moeilijk te vinden. Zeker in de categorie rolstoeltoegankelijk. Hotel Bero blijkt wel een echt familiehotel, eigenaar Michel Bero, in korte broek met V-hals trui, vertelt ons enthousiast over zijn vader, zijn zoons, de uitbreiding van het hotel en de naamsverandering, wanneer hij de laatste ochtend eventjes aanschuift aan ons ontbijttafeltje. Mooi verhaal en ineens krijgt Bero toch een persoonlijk tintje! Ontbijten met champagne en zalm is trouwens ook wel fijn luxe.
Magisch zand en de Ostensche Strever
Uit ons hotel lopen we, na het inchecken, direct het strand op voor ‘Disney Sand Magic’. Veertig kunstenaars uit twaalf landen creeërden in amper vier weken de wereld van Disney in zand. Wauw. Wat een schittering en kracht in de gezichten van Belle, Peter Pan, Mickey, Spiderman en al die andere bekende disneyfiguren. Ik ben niet eens zo’n enorme Disney-fan maar leuk is het zeker. De paden zijn, op een enkele gleuf tussen de rubberen tegels na, prima rolstoelgeschikt en overal staan bankjes voor een tussentijdse stop. Reken een uur voor dit bezoek, dit jaar nog te zien tot 10 september. Volgend jaar waarschijnlijk weer een nieuw thema.
Onderhand zijn wij na deze lange reisdag wel toe aan ‘lekker onderuit’ met een fijn glaasje. Om de hoek van ons hotel vinden we café Botteltje. Maar liefst zestien bieren op het vat en nog een enorm assortiment in de fles. We maken het ons makkelijk en kiezen het eigen gebrouwen, zacht blonde, maar stevige huisbier de ‘Ostensche Strever’ met een schaaltje La Trappe Kwadrupel bitterballen! Mjam… Dat biertje hakt erin dus daar bestellen we maar gauw een pannetje mosselen bij… Amai, ze zwemmen in La Trappe wit. Gelukkig is er ook een toegankelijk toilet, met al dat bier in de blaas.
Napoleon en moderne kunst
De volgende dag stappen we voor het eerst in de tram op zoek naar Fort Napoleon. Vanuit het station nemen we de tram richting Knokke. Mijn romantische beeld stort een beetje in. Het blijkt toch een heel gewone tram… de loodzware rolstoelplank blijkt niet goed aan te sluiten en blijft tien centimeter omhoog staan. Waar is die romantische, oersterke hutkofferdrager als je ‘m nodig hebt… maar ja ik heb m’n hoepelrok dan ook niet aan. Met hulp van sterke medepassagiers overbrug ik, zonder plank, de gapende kier tussen tram en perron. Later blijkt dit overigens geen unieke situatie… We letten vervolgens niet op en missen de juiste tramhalte (Duin en Zee) en stappen een halte te ver uit. Op aanraden van enkele medepassagiers lopen we wel ‘even’ terug. Het is inderdaad een mooie wandeling door de duinen en over de zeedijk. Best te doen (3,5 km), maar niet als het miezert en waait… beter gewoon de goede halte, Duin en zee dus, uitstappen.
In het vijfhoekige fort Napoleon ontmoeten wij de franse soldaat Francois. Al tweehonderd jaar waakt hij over de gangen en caponnières (schuilhutten) van het fort en met heerlijk zwoel frans accent neemt hij je mee naar het harde leven van de soldaten in de tijd van Napoleon. Goed toegankelijk, soms wat hobbelig over de steentjes in het fort. De lift is niet al te groot (deur 78 cm, diepte 114cm). Met het goed toegankelijk fietsveer gaan we terug naar de westoever, het centrum van Oostende. Er blijkt ook een groep oude van dagen op de boot te wachten. Volgens de schipper moet en zal ik daarbij aansluiten. Aan mijn gezicht zie je hoe leuk ik dat vind :-).
Terug in het centrum eten we een pannenkoekje op een terras onder de luifel. Op ons programma staat nog Mu.Zee, het museum voor moderne kunst in Oostende. Het gebouw was ooit een warenhuis en het doet mij donker en rommelig aan. Ik mis een goede uitleg bij de verschillende tentoonstellingen en verdwaal een beetje tussen de verschillende verdiepingen en kunstwerken. Ben niet een enorme kunstkenner maar kan er normaal wel van genieten. Hier lukt dat nu niet echt.
Uit eten zoals uit gaan eten moet zijn
Na alle wandeltochten en regen verheugen wij ons op een culinair hoogstandje bij restaurant Mange Tout, op de Visserskaai 22. Met een vermelding in de Michelingids (twee vorkjes) en winnaar van de Gouden Vork moet dit een bijzondere ervaring worden. De eigenaresse Lieva Debruyne heet ons van harte welkom bij de rolstoeltoegankelijke zij-ingang. Het restaurant zit wat weggestopt tussen de lelijke gebouwen op de boulevard en heeft geen terras maar, binnen is het licht en stijlvol ingericht. We genieten van het begin tot het eind. We kiezen het vier-gangen diner, maar de bijzondere amuses maken er een acht-gangen feest van. Bijzondere, echt verfijnde smaken met leuke details en nu en dan een leuke gesprekje met de eigenaresse, het is rustig in het restaurant dus er is tijd. De overheerlijke wijntjes maken het helemaal compleet. Je betaalt hier natuurlijk ook voor, maar wat mij betreft is het dat waard. De glaasje oude Port als toetje na het toetje maakt dat wij heerlijk slapen… Er is ook een invalidentoilet, bereikbaar met een lift.
Afscheid
Vandaag checken we uit in hotel Bero, op pad naar ons volgende adres in Middelkerke. Omdat de dichtstbijzijnde toegankelijke tramhalte wat verder van ons hotel ligt lopen we een eindje over de boulevard en daar ben ik blij om! Ik zie namelijk nog even het Oostende zoals ik het me in mijn gekke romantische gedachte had voorgesteld. Onder de Koninklijke gaanderijen is een tentoonstelling van Maurice Antony, de beroemdste fotograaf van Oostende. Waar vroeger de koning en zijn hoge gasten onder de zuilengangen van het paleis naar de renbaan konden lopen, hangen nu grote foto’s van vervlogen tijden. De beelden geven een mooi beeld van Oostende in de jaren twintig/dertig, met in het bijzonder het opkomende kusttoerisme. Al geen grote hoepelrokken meer maar wel prachtige badpakken en strandkoetsjes! Ook op de oude foto’s is de kust al behoorlijk volgebouwd maar, wel stijlvoller dan nu. Wat is het Kursaal daar nog mooi! Gebouwd als concert- en balzaal maar helemaal platgebombardeerd door de Duitse bezetter in de tweede wereldoorlog. Na de oorlog is het Kursaal weer opgebouwd en ook al is het nu een beschermd monument, mooi kan ik het niet vinden. De Belgische kust staat erom bekend, volgebouwd en lelijk. En ja, ik kan het niet anders zien. Iedereen wil uitzicht op zee en dat maakt hoogbouw tot een logische keuze. Maar kijk je naar de zee dan blijft het prachtig en de kilometers lange, brede boulevard is met de rolstoel wel heerlijk. Vooral met de mooie donkere wolken en de zonnestralen daar tussendoor. Ik kan ook even schelpjes zoeken, het betonnen pad brengt mij tot bijna aan de zee. Wij nemen afscheid van Oostende. De Kusttram brengt ons naar Middelkerke. Hierover binnenkort meer. Of misschien moet je wachten op het vervolg van mijn verhaal in de vakantiespecial van Support Magazine…
Nog even
1. Mijn treinreis…
Mijn complimenten aan de assistenten van de NS en de Belgische spoorwegen want zowel de heenreis als de terugreis verlopen geheel volgens plan. Overal werd ik vriendelijk onthaald en weer uitgezwaaid! Je bent even onderweg maar het lukt gewoon goed! Overigens, haal je geen luxe in je hoofd, het heeft het geen enkele zin een eerste klas kaartje te kopen, voor rolstoelers zijn simpelweg geen eerste klas plaatsen beschikbaar.
2. Andere slaapadresjes in Oostende
Ik heet geen Eelke als ik niet even een bezoekje breng aan een ander hotel in Oostende. Maar eerlijk is eerlijk, we zijn blij dat Hotel Melinda volgeboekt was. Het hotel ligt verder van de gezelligheid en de kamer is een stuk kleiner dan ons hotel Bero. Met de witte tegels en oude meubels is Melinda behoorlijk ongezellig en toe aan een opknapbeurt. Aanpassingen lijken wel oke. Ik kreeg nog een tip van een goede Belgische vriend, hij had eens met een stel vrienden een 12-persoonshuis gehuurd in Oostende. Het staat (nog) niet in de gids van Toegankelijk Vlaanderen maar ziet er goed uit, achter de Zeedijk, inclusief aangepast sanitair en hoog-laag bed. Helaas kreeg ik ter plekke geen contact met de eigenaar dus kon ik niet even langsgaan. Kijk op vakantieappartement Equus.
3. Hulp op het strand
Zon, zee, zorgeloos. Ik was net te vroeg maar in de twee zomermaanden (juli en augustus) zijn er in zes badplaatsen langs de Belgische kust speciale voorzieningen (strandrolstoelen, tillift, sanitair etc) en opgeleide assistenten aanwezig. De assistenten kunnen helpen bij de persoonlijke verzorging (toiletbezoek, omkleden) of bij de transfer van rolstoel naar strandrolstoel.
* Voor de niet gehandicapten en/of niet openbaar vervoer reizigers, in- en uitstapassistentie regel je als rolstoeler zelf via een speciaal nummer bij de NS. Je wordt dan persoonlijk op een van te voren afgesproken tijd in en uit de trein geholpen door twee mensen met een enorme plank op wielen, in vakjargon ‘de brug’ genoemd.
Reacties